logo_compleet_kleur_transparant_header_klein.png

Voernijd, hoe druk moet je je erom maken? (deel 1)

Dit blog over voernijd is geschreven in samenwerking met Hester Stasse van Very important horse. We vonden dit beiden een belangrijk onderwerp waar veel misverstanden over bestaan en waar nog veel over te leren is. Het is een “probleem” dat potentieel grote gevolgen heeft. Hester en ik vinden dit daarom een heel belangrijk onderwerp, dat wat ons betreft in de meeste gevallen goed en simpel op te lossen is. Vandaar dat we met elkaar in gesprek zijn gegaan over voernijd. Er is ontzettend veel over te vertellen en dit hebben we samengevat in onderstaand blog in twee delen. We bespreken de kaders, wat er eigenlijk onder voernijd valt en de oorzaken in deel 1. In deel 2 behandelen we de mogelijke gevolgen van en oplossingen voor voernijd.

Wat is voernijd eigenlijk?

Voernijd is gedrag dat een paard laat zien naar paarden, mensen of andere dieren rondom de aanwezigheid van ruw- en/of krachtvoer. Het kan zich uiten in een boos gezicht trekken (oren naar achteren, lippen van de tanden wegtrekken, uitpuilende ogen waarbij soms het oogwit zichtbaar is, neusgaten ellipsvormig richting de oren optrekken), het hoofd in de richting van het andere paard, mens of dier bewegen, schrapen, bijten, dreigen, trappen, een of meer stappen in de richting van het andere paard, mens of dier zetten (soms versneld) en ijsberen.

Buiten beeld staat een pony naar wie dit “boze gezicht” is gericht.

Voernijd ontstaat eigenlijk altijd uit een (gevoel van) tekort aan voeding, dit kan zowel ruwvoer als krachtvoer (brokken, muesli, slobber e.d.) zijn. Hierdoor ontstaat er gedrag dat het paard bijvoorbeeld vertoont wanneer het (ruw)voer wordt gebracht. Vervolgens wordt dit gedrag onbewust beloond omdat het paard te eten krijgt. Als dit vaker gebeurt, kan voernijd aangeleerd gedrag worden. Doordat mensen vaak niet wachten met voeren totdat het paard met vier voeten op de grond, zonder dreiggezicht en op afstand blijft staan, wordt het gedrag dat hij op dat moment vertoont beloond (“bekrachtigd”). En dat kan potentieel gevaarlijke vormen aannemen.

De aanwezigheid van stress bij het paard kan voernijd doen toenemen. Afhankelijk van of er in de huisvesting en het stalmanagement aan de natuurlijke behoeften wordt voldaan, kan het gedrag steeds sterker en groter worden. Wanneer de natuurlijke “behoeftemeters” niet worden gevuld, veroorzaakt dit stress bij het paard. En deze stress vergroot de behoefte om voernijdgedrag en ander ongewenst gedrag te uiten. Bij natuurlijke behoeftes kun je bijvoorbeeld denken aan vrije beweging, contact met soortgenoten, voldoende ruwvoer, voldoende drinkwater, etc. Wanneer een paard pijn ervaart, bijvoorbeeld door een maagzweer, kan dit overigens ook stress geven en het gedrag versterken.

We hebben beiden het idee dat vooral op stal en op karige weides voernijd regelmatig voorkomt. Zo zie je op stal dat wanneer de voerbak aan de kant van een ander paard hangt, die paarden vaak boze gezichten naar elkaar trekken. Een stalwand met tralies ziet een paard niet als begrenzing van zijn persoonlijke ruimte, dus komt het vaak voor dat de buurpaarden tijdens het eten veel stress hebben omdat ze de afstand tussen elkaar niet kunnen beïnvloeden door te dreigen of te wijken.

Wanneer de voerkar eraan komt begint het vaak al, omdat paarden precies weten wat er te gebeuren staat zodra ze die zien of horen. Daarnaast ontstaat er ook ander gedrag, zoals schoppen tegen de deur, schrapen met de tanden langs de tralies, of rondjes lopen – gedrag dat het paard uitvoert op het moment dat het voer in zijn bak wordt gedaan en dat daardoor beloond wordt.

Voernijd kan overigens ook voorkomen bij paarden die alleen staan. Het is dan gericht op mensen en/of andere dieren.

Resource guarding bij de waterbak,

Komt voernijd veel voor?

Shanna hoort regelmatig van klanten dat mensen twijfelen of één voerautomaat of voerpunt wel goed gaat. Ze vragen zich af of een paard dan niet alles alleen opeet en de rest wegjaagt. Dit zijn vaak paarden die overgewicht hebben en waarbij de eigenaren proberen om het gewicht te reduceren door onder andere te minderen met ruwvoer. Ook bij voerruiven waaruit meerdere paarden tegelijkertijd kunnen eten kan dit soms een probleem zijn, vertelt Hester, zeker als er weinig ruimte omheen is en de paarden niet makkelijk weg kunnen komen als het paard met voernijd de andere paarden bedreigt.

Hester wordt niet vaak direct ingeschakeld bij paarden met voernijd. Meestal is het gedrag dat pas naar voren komt wanneer er bijvoorbeeld tijdens de training gewerkt wordt met voerbeloningen, of wordt het terloops genoemd. Dan halen de eigenaren vaak hun schouders op en zeggen ze: “Hij is nu eenmaal zo.” of “Hij is altijd al zo geweest.” Hester wordt wel ingeschakeld wanneer het gedrag rond voer echt gevaarlijk wordt, of het paard de agressiviteit op mensen richt. Vaak is het dan zo dat er meerdere problemen spelen, zoals gebrek aan vrije beweging, gebrek aan maatjes waar het paard vrij mee kan spelen en groomen, te rijk voer vergeleken met de hoeveelheid arbeid die het paard verricht, en verder blijkt er regelmatig lichamelijk iets mis te zijn.

Wat is resource guarding en wat is de relatie met voernijd?

Resource guarding is iets wat een mens of dier van belang vindt voor zichzelf en wat ze graag voor zichzelf willen hebben. Letterlijk vertaald is het ‘het bewaken van een bron’. Deze bronnen zijn divers: voer, water, aandacht/knuffels of andere leuke dingen die een mens biedt, maatjes, seksuele omgang, een fijne ligplek, een mineralenbron, of een fijne schuurplek. Afhankelijk van hoeveel waarde een bepaalde bron voor een individu heeft, zal dat er meer of minder moeite voor doen om deze bron te verkrijgen en te behouden. Daarom kan het soms lijken wanneer een bepaald paard voedsel heel belangrijk vindt en daar veel moeite voor doet, hij of zij de dominante van het stel is. Terwijl de andere paarden voedsel minder belangrijk vinden en er daarom minder moeite voor doen.

Resource guarding is dus de overkoepelende term, waar voernijd een vorm van is.

Wat kunnen mogelijke oorzaken van voernijd zijn?

a horse in the stable
Op stal gevoerd worden kan voernijd veroorzaken omdat ze verplicht worden in elkaars ruimte te eten.

Voernijd kan als onderliggende oorzaak de relationele sfeer hebben. Zoals bijvoorbeeld bij samengestelde groepen paarden waar sommige individuen elkaar niet mogen, maar wel samen moeten eten omdat er maar één voerplek is. Daarnaast kan een tekort aan eten of het aanbieden van voer op een te krappe plek voernijd doen ontstaan. Zoals eerder vermeld kunnen ook te weinig voerplekken een oorzaak zijn. Daarnaast zie je dat paarden die een verleden van verwaarlozing kennen en die nu wel goed verzorgd worden, een grotere kans hebben om opnieuw voernijd te laten zien. Verschil in karakter kan voernijd ook versterken, bijvoorbeeld bij een dier dat eten belangrijker vindt dan een gemiddeld ander paard.

In het semi-wild komt voernijd eveneens voor, maar enkel onder uitzonderlijke omstandigheden. Zonder tekorten komt voernijd bij (half)wilde paarden namelijk niet voor. Konik-paarden die bijgevoerd worden laten het bijvoorbeeld wel naar elkaar zien. Dan ligt het dus duidelijk niet aan een gebrek aan ruimte of een onnatuurlijke manier van houden, maar aan een tekort of een gevoel van tekort aan eten en het feit dat het ruwvoer niet op meerdere plekken op voldoende afstand van elkaar wordt aangeboden.

Huisvesting kan ook een oorzaak zijn, bijvoorbeeld bij paarden die een te klein oppervlak moeten delen, waardoor ze meer op elkaars lip leven en elkaar niet kunnen ontwijken.

Wanneer er lichamelijke klachten bestaan, zoals maagzweren kan dit een reden zijn. Door de (pijn)klachten zijn ze kribbiger, of door een grotere wens om te eten juíst omdat ze maagpijn hebben. Daarnaast kan een paard door bijvoorbeeld een tekort aan voedingsstoffen vanwege een maagzweer ook chronisch een hongergevoel hebben.

De leider die al het voedsel opeist

Vaak wordt er gedacht dat voernijd te maken heeft met dominantie: dat paard is de leider van de kudde en eist daarom al het eten op. Of dat een narrige merrie de andere paarden bij het (ruw)voer wegjaagt. Er is echter geen relatie tussen voernijd en dominantie/leiderschap. Wat ons betreft heeft de dominantietheorie sowieso geen plek meer binnen de paardenwereld. “Hiërarchie gebaseerd op dominantie, alfadieren of leiderschap binnen sociale groepen paarden zijn concepten die door de mens zijn bedacht. Paarden zijn sociale dieren die met name met elkaar onderlinge relaties en verstandhoudingen hebben. Het is onwaarschijnlijk dat ze onderling een rangorde hanteren”. Deze quote komt uit dit artikel; lees daar verder wanneer je meer wilt weten over waarom de dominantietheorie niet klopt.

Voernijd is situationeel, want wanneer er voldoende eten, water, ruimte, etc. is, is er geen reden meer voor het paard om het gedrag ‘voernijd’ te vertonen. Er zullen wel paarden zijn die sneller geweld inzetten dan andere paarden. Andere paarden zullen het er dan weer sneller bij laten zitten. Maar dit heeft niks met leiderschap te maken en alles met het karakter van het individu en de onderlinge verhoudingen. Hiërarchie bij paarden is niet rechtlijnig, het gaat om de onderlinge relaties tussen de paarden.

Shanna valt het wel op dat het jongste paard in haar groep minder makkelijk kan mee-eten dan de andere kleinere pony. Hester denkt dat het vooral met de klik onderling te maken heeft, niet zozeer met grootte of leeftijd, want er zijn ook Shetlandpony’s die grote paarden wegjagen als het om (ruw)voer gaat. Het is wel zo dat onder de 1 jaar de dieren makkelijker met bepaalde gedragingen wegkomen. Zodra ze ouder worden, worden ze als volwassenen behandeld.

Voernijd kan zich ook uiten tegen mensen of andere dieren en ook dit heeft niets met leiderschap of respect te maken. Het zal in de meeste gevallen met aangeleerd gedrag te maken hebben.

Nemen paarden het gedrag van elkaar over?

Het is niet zo dat als een paard op een stal of in een groep voernijd vertoont, andere paarden dit gedrag per definitie overnemen. Niet alle paarden hebben tenslotte dezelfde motivatie om het (ruw)voer te bemachtigen, tenzij ze veel te weinig te eten krijgen. Overigens kunnen paarden elkaars gedrag niet imiteren; deze optie bezitten ze simpelweg niet. Imitatie is het aanleren van nieuw gedrag dat níet in het gedragsrepertoire van een dier aanwezig is, door een ander dier of mens te observeren. Bij imitatie voert het dier het gedrag in één keer op precies dezelfde manier uit als het voorbeeld; hij leert het dus niet door middel van trial en error (“operante conditionering”).

Wat wel mogelijk is, is dat een paard door middel van lokale versterking gedrag dat al in zijn gedragsrepertoire zit kan gaan vertonen als een ander paard dat gedrag vertoont. Lokale versterking is een vorm van sociaal leren waarbij de opvallendheid van bepaalde prikkels wordt vergroot. Bijvoorbeeld: een paard is bezig met gedrag dat de aandacht van een ander paard trekt, zoals drinken uit een automatische drinkbak in de wei. Dat andere paard kent de drinkbak nog niet, wordt nieuwsgierig, komt naderbij en onderzoekt de drinkbak. Door trial en error merkt hij dat er water uitkomt als hij de lepel indrukt. Hij voert het gedrag dus uiteindelijk op dezelfde manier uit als het andere paard, maar niet gelijk de eerste keer. Het gaat hierbij altijd om gedrag dat bekrachtigd wordt, ofwel het gedrag levert het paard iets op dat hij fijn vindt, in dit geval water, ofwel het geeft hem een gevoel van opluchting.

animal grass mane outdoors
Voernijd op zich is niet erfelijk, de risicofactoren voor voernijd kunnen wel erfelijk zijn.

Wat je wel ziet is dat wanneer een merrie bepaald gedrag vertoont, ze dit vaak op het veulen overbrengt. Dit kan een risicofactor voor voernijd zijn; het veulen leert het dan van de moeder. De situatie zal er in dat geval natuurlijk ook om moeten vragen, dus bijvoorbeeld honger, tekort aan voerplekken, etc.

Voernijd is gedrag en is daarom in principe niet erfelijk. Als een paard bovengemiddeld gevoelig is en bijvoorbeeld gevoeliger is voor maagzweren, is de kans wel groter dat er voernijd ontstaat. Dus bepaalde risicofactoren kunnen wel erfelijk zijn.

Met andere woorden, voernijd komt veel veelvuldig voor en kent verschillende uitingen en risicofactoren. Lees in deel 2 over de potentiële gevolgen en de oplossingen.